Skip to Main Content

APA Beknopt

Een beknopte training APA. Vind snel de juiste richtlijn!

Stappen bronvermelding

Voor elk type bron bestaat een andere richtlijn. 

Om bronnen goed te vermelden doorloop je drie stappen:

  1. Bepaal het soort bron.
  2. Verwerk je bronvermelding in de tekst.
  3. Verwerk je bronvermelding in de bronnenlijst.

Begin bij 1 'Bepaal het soort bron' (tabblad bovenaan de pagina). 

Stap 1: bepaal het soort bron


Voor elk type bron bestaat een andere richtlijn. Hieronder zie je een paar voorbeelden van veel voorkomende bronnen.
Onderaan bij 'Test je kennis' kun je de vragen uit de quiz maken. Als je klaar bent open je het volgende tabblad bovenaan de pagina. 

 

In het APA-boekje staan meer typen bronnen.
Klik hier om het APA boekje online in te zien.

 

 

 

 

 

 

 

Stap 2: verwerk je bronvermelding in de tekst 

Bronvermelding kan op twee manieren:
parafraseren en citeren.

Bij parafraseren beschrijf je de informatie in je eigen woorden.
Bij citeren neem je letterlijk een stukje tekst uit de bron over.

We leggen het verder uit.

 

Parafraseren

Bij parafraseren beschrijf je de informatie in je eigen woorden.

Richtlijn parafrase

  • achternaam auteur
  • publicatiejaar
Voorbeeld

Rene van der Gijp gebruikt regelmatig overdrijving als stijlfiguur (Van Egmond, 2016).

Volgens Van Egmond (2016) gebruikt Rene van der Gijp regelmatig overdrijving als stijlfiguur.

 

Citeren

Bij citeren neem je letterlijk een stukje tekst uit de bron over.

Richtlijn citaat:

  • auteur
  • publicatiejaar
  • paginanummer
  • aanhalingstekens “... ”
Voorbeeld

“Ook de overdrijving ('Arjen Robben raakt al geblesseerd als-ie iets te hard zijn tandjes poetst') is een stijlfiguur waar hij wel raad mee weet” (Van Egmond, 2016, p. 16).

Stap 3: verwerk je bronvermelding in de bronnenlijst

Alle bronnen die je gebruikt hebt om je rapport te kunnen schrijven worden opgenomen in een bronnenlijst. De kenmerken van een bronnenlijst zijn als volgt:

  • Alle bronnen die je in je rapport hebt gebruikt
  • Aan het einde van je rapport, vóór de bijlagen
  • Op alfabetische volgorde van auteurs
  • Gebruik geen opsommingstekens voor de auteurs
  • Spring vanaf de tweede regel in