- Achternaam
Vermeld eerst de achternaam, gevolgd door de voorletter(s).
Jansen, J.
- Voornaam/Voornamen
In de bronnenlijst gebruik je alleen de voorletter(s) gescheiden door een spatie. Zet komma tussen achternaam en voorletter(s).
Jansen, J. A.
- Voornaam met een tussenstreepje
Bij een voornaam met een tussenstreepje vervangt het streepje de spatie, Marie-José wordt:
Geenen, M.-J.
- Tussenvoegsels
De vaak in de Nederlandse achternamen voorkomende tussenvoegsels ('van de', 'van den', 'de', etc.) komen voor de achternaam en worden voluit en met een hoofdletter geschreven, bijvoorbeeld:
Van den Berg, G. H.
- 1 tot 20 auteurs
Heeft het werk tot 20 auteurs, dan worden ze allemaal genoemd in de bronvermelding. Zet vóór de laatste auteur van een werk een ampersand (&), voorafgaand door een komma.
Author, A. A., Author, B. B., & Author C. C.
- Vanaf 21 auteurs
Bij 21 of meer auteurs vermeld je alleen de eerste 19 auteurs, gevolgd door een beletselteken (drie punten, gescheiden door een spatie). Daarna volgt de naam van de laatste auteur (zonder ampersand).
Auteur, A. A., Auteur, B. B., Author, C. C., Auteur, D. D., Auteur, E. E., Auteur, F. F., Auteur, G. G., Auteur, H. H., Auteur, I. I., Auteur, J. J., Auteur, K. K., Auteur, L. L., Auteur, M. M., Auteur, N. N., Auteur, O. O., Auteur, P. P., Auteur, Q., Auteur, R. R., Auteur, S. S., . . . Auteur, Z. Z.
- Organisatie als auteur
Vermeld bij een groepsauteur de volledige naam van de groep of organisatie. Is de publicerende instantie onderdeel van een grotere organisatie, geef dan eerst de naam van de overkoepelende organisatie.
Centraal Bureau voor de Statistiek.
The White House, Office of the Press Secretary.
- Onbekende auteur of organisatie
Bij een publicatie waarvan de auteur onbekend is verschuif je de titel naar de positie van de auteur.
Titel van publicatie. (2000).
! Bij de verwijzing in de tekst gebruik je de eerste paar woorden van de titel tussen aanhalingstekens of cursief gedrukt.