Skip to Main Content

Basisgespreksvaardigheden Social Work

Theorie behorende bij module 1.1 Contact! en 1.2 Afgewogen aan de slag!

Positieve gezondheid

Het concept van positieve gezondheid legt de nadruk op het vermogen van mensen om met fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan, en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. Deze benadering richt zich niet alleen op de afwezigheid van ziekte, maar op het versterken van veerkracht en eigen regie. Het is het belangrijk om holistisch te kijken naar de verschillende aspecten van iemands leven.

De zes dimensies van Positieve Gezondheid

1. Lichaamsfuncties: Dit omvat de fysieke gezondheid en vitaliteit van de persoon.

2. Mentale welbevinden: Dit richt zich op de mentale gezondheid, zoals emoties, veerkracht en zelfvertrouwen.

3. Zingeving: Dit betreft het gevoel van betekenis, doelen en betrokkenheid in het leven.

4. Kwaliteit van leven: Dit gaat over de tevredenheid met het dagelijks leven en de leefomstandigheden.

5. Meedoen: Dit gaat over sociale relaties, participatie in de samenleving en steun van anderen.

6. Dagelijks functioneren: Dit omvat het vermogen om dagelijkse taken en activiteiten uit te voeren.

Om deze dimensies goed in kaart te kunnen brengen, kun je verschillende leefgebieden in een vraagverhelderend gesprek onderzoeken.

Leefgebieden in beroepscompetentieprofiel

In het beroepscompetentieprofiel (van der Meij & Luttik, 2018) staat onderstaande afbeelding. Hierin vind je 7 competenties van de sociaal werker met daarom heen specifieke leefgebieden waarin die sociaal werker opereert.

 

Hieronder vind je de leefgebieden uit het beroepscompetentieprofiel met daarbij bijbehorende onderwerpen en activiteiten van de sociaal werker:

De leefgebieden die hier beschreven staan vertonen veel overeenkomsten met de dimensies van het positieve gezondheidsmodel. Door deze leefgebieden uit te vragen krijg je dus informatie over de verschillende dimensies.

Vraagverkenning door leefgebiedengesprek

Bij een vraagverhelderend gesprek gebaseerd op deze leefgebieden, is het doel om een volledig beeld te krijgen van iemands leven en de factoren die hun welzijn beïnvloeden. Om dit effectief te doen doorloop je de volgende stappen:

1. Voorbereiding

Voor je het gesprek aangaat, is het belangrijk om een open, niet-oordelende houding aan te nemen en je bewust te zijn van de zes dimensies van positieve gezondheid en de bijbehorende leefgebieden. Het kan ook nuttig zijn om jezelf voor te bereiden met specifieke vragen of onderwerpen die je wilt bespreken.

 

2. Start van het gesprek

Begin het gesprek door de cliënt welkom te heten en een veilige en vertrouwelijke omgeving te creëren. Leg uit wat het doel van het gesprek is en hoe de benadering van positieve gezondheid werkt.

Voorbeeld:

"Welkom, ik ben blij dat je hier bent. Vandaag wil ik graag met je praten over verschillende aspecten van je leven om een goed beeld te krijgen van hoe het met je gaat. We zullen het onder andere hebben over je fysieke gezondheid, je gevoelens en gedachten, wat je belangrijk vindt in het leven, hoe je je dagelijkse leven ervaart, je sociale contacten en je deelname aan de maatschappij."

 3. Verkennen van de Leefgebieden

Gebruik open vragen en luister actief om inzicht te krijgen in elk van de leefgebieden. Laat de cliënt zoveel mogelijk vertellen en stel verduidelijkende vragen waar nodig.

Voorbeelden:

Financiën:

  • “Lukt het elke maand om rond te komen?”
  • “Van welke regelingen maak je gebruik?”

Wonen en leefbaarheid:

  • “Hoe woon je?”
  • “Woon je in een fijne wijk?”

Werk, opleiding en activiteiten:

  • “Wat voor werk doe je?”
  • “Wat doe je naast je werk?”

Sociale relaties:

  • “Hoe is de relatie met de partner?”
  • “Wat voor sociale contacten heb je?

Lichamelijke gezondheid:

  • "Hoe gaat het momenteel met je gezondheid?"
  • "Zijn er fysieke klachten waar je mee te maken hebt?"

Psychische gezondheid:

  • "Hoe voel je je meestal?"
  • "Hoe ga je om met stress of tegenslagen?"

Zingeving:

  • "Wat geeft jouw leven betekenis?"
  • "Heb je doelen of dromen waar je naartoe werkt?"

4. Samenvatten en Reflecteren

Vat regelmatig samen wat de cliënt heeft gezegd om te zorgen dat je alles goed hebt begrepen en om de cliënt te laten zien dat je luistert. Dit helpt ook om belangrijke punten te benadrukken.

Voorbeeld:

 "Als ik het goed begrijp, voel je je fysiek vaak moe, maar heb je ook veel steun van je familie die je helpt met dagelijkse taken. Klopt dat?"

5. Behoeften en Wensen Identificeren

Na het verkennen van de leefgebieden, bespreek je met de cliënt wat hun behoeften en wensen zijn op basis van wat ze hebben gedeeld. Vraag wat zij zouden willen veranderen of verbeteren. Probeer in het gesprek eruit te filteren wat er echt toe doet voor de client, ook als die dat niet direct aangeeft.

Voorbeeld:

"We hebben nu verschillende aspecten van je leven besproken. Zijn er specifieke dingen die je graag anders zou willen zien of waar je hulp bij zou willen?"

Conclusie

Een vraagverhelderend gesprek vanuit de leefgebieden helpt om een holistisch beeld te krijgen van de cliënt en hun welzijn. Door alle leefgebieden te verkennen, kun je de cliënt ondersteunen bij het identificeren van diens behoeften en wensen. Dit proces bevordert niet alleen het welzijn van de cliënt, maar versterkt ook diens eigen regie en veerkracht.