|
Je brengt tijdens deze module een basisschoolkind in beeld. Je richt je op de ontwikkeling van een kind uit jouw stageklas op het gebied van pedagogiek, rekenen, taal en bewegingsonderwijs. Je leert hoe je kinderen kunt observeren, op welke manier je gesprekken kunt voeren met kinderen en hoe je de leefwereld kunt betrekken bij gesprekken en activiteiten. Vervolgens breng je in kaart welk leerkrachthandelen het kind nodig heeft om een volgende stap in diens ontwikkeling te kunnen zetten.
Daarnaast toon je jouw rekenniveau aan in de landelijke Wiscat rekentoets.
|
Je ontwerpt drie lessen voor een groep leerlingen van een basisschool. Het gaat om leerlingmateriaal en lesvoorbereidingen. Eén les richt zich op inhouden van rekenen, één op beeldend onderwijs, één op een gekozen vak uit het gebied Oriëntatie op Jezelf en de Wereld.
Daarnaast toon je jouw elementaire kennis van en inzicht in verschillende domeinen van rekenen. Het betreft eigen vaardigheid.
Tot slot kun je een overtuiging of opvatting ter discussie stellen en veranderen of verdiepen door deze opvatting te spiegelen aan een andere opvatting daarover uit een andere cultuur. Er wordt gezamenlijk een beeldend/muzikaal product gemaakt over de veranderde/verdiepte opvatting.
|
Je ontwerpt passende onderwijsactiviteiten voor de leerlingen in jouw groep gericht op mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid, zodanig dat de taalontwikkeling van leerlingen wordt gestimuleerd binnen de vakken OJW.
Daarnaast voer je een levensbeschouwelijk / filosofische gesprek dat een bijdrage levert aan de identiteitsontwikkeling van de kinderen. Je verantwoordt op welke wijze de eigen opvattingen een rol hebben gespeeld in het ontwerp en uitvoering.
|
Je voert voor de vakken taal, drama en muziek minimaal één effectieve les uit. Je kunt twee aaneengesloten lessen met
een lesovergang voor een groep leerlingen ontwerpen en uitvoeren. Je hebt
het klassenmanagement op orde door gebruik te maken van een duidelijke organisatie en planning.
Daarnaast toon je jouw eigen vaardigheid gericht op spelling, werkwoordspelling, formuleren, interpunctie, redekundig en
taalkundig ontleden.
Je toont in een essay over een
jeugdliterair onderwerp jouw ontwikkeling naar HBO-schrijfvaardigheid.
|
|
Je ontwerpt en verzorgt een thematisch onderwijsaanbod passend bij de ontwikkelings-kenmerken en -behoeften van het jonge kind. Je zet hierbij activerende didactiek in, zodanig dat het leerproces van de leerling wordt gestimuleerd. Je verantwoordt e.e.a. op basis van jouw visie op het jonge kind.
Je onderzoekt de sociaal-economische, culturele en religieuze of levensbeschouwelijke achtergrond van een leerling om jouw pedagogisch en didactisch handelen op af te stemmen binnen de context van de groep.
Je reflecteert op hoe de kennis over de leerling benut is voor jouw pedagogisch en didactisch handelen t.b.v. de leerling en de groep.
|
In deze module staan de vakken generiek, bewegingsonderwijs, OJW (N&T) en taal centraal. De leeruitkomst van deze module is gericht op het omgaan met gedrag. Het gaat om gewenst en/of ongewenst gedrag. Je bepaalt op basis van de theorie en praktijk wat een goede interventie is op gedrag. Aan de hand van de beginsituatie t.a.v. de groepsdynamiek ontwerp je bewegings-, taal- en OJW-activiteiten in de klas, speelzaal of daarbuiten, zodanig dat het zelfvertrouwen en zelfbewustzijn van de leerlingen en de groepsdynamica worden verbeterd, waarbij wordt aangesloten bij de verschillende onderwijsbehoeften van de groep.
|
Je signaleert leerbehoeften en vindt oplossingen voor de onderwijs- en ondersteunings-behoeften van de leerlingen. Vervolgens ontwerp je een passend onderwijsaanbod van opvolgende onderwijsactiviteiten voor een subgroep. Je verantwoordt dit (waar mogelijk ook naar ouders) en voert vervolgens de lesontwerpen in een begeleidingssituatie uit. Tijdens het begeleidingsproces stel je het aanbod tussentijds bij conform de HGW-cyclus.
Je oefent gespreksvaardigheden in de vorm van diagnostische gesprekken met kinderen en (gesimuleerde) oudergesprekken.
Daarnaast onderzoek je jouw beroepsbeeld over de ideale leerkracht en wie je wilt zijn als leerkracht op didactisch en pedagogisch gebied.
Tot slot toon je gevorderde kennis van en inzicht in verschillende taaldomeinen.
|
Je ontwikkelt en voert onderwijs uit volgens principes van activerend onderwijs voor het oudere kind. Hierbij wordt in ieder geval verantwoord op welke wijze er rekening is gehouden met de leerinhoud, de mate van zelfsturing, de groeperingsvormen en de wijze waarop leeropbrengsten worden geëvalueerd. Je doorloopt minimaal drie keer een uitvoering voor ieder van de vakgebieden OJW, rekenen en beeldend.
Daarnaast toon je spreekvaardigheid op Engels B2 niveau en ben je in staat Engels onderwijs te verzorgen in het basisonderwijs.
Tot slot toon je gevorderde kennis van en inzicht in verschillende rekendomeinen.
|
|
|
In deze module staan drie leeruitkomsten centraal:
1) Profieldeel geschiedenis of muziek
Je ontwerpt vanuit het vakgebied een passend aanbod voor het jongere óf oudere kind. Daarbij integreer je vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische componenten alsook vakspecifieke vaardigheden. Waar mogelijk wordt een deel van het ontwikkelde onderwijsaanbod uitgevoerd.
2) Identiteit en kunst
Vanuit een interdisciplinair groepskunstwerk destilleer je een levensbeschouwelijk thema wat gebruikt wordt voor het ontwikkelen en uitvoeren van een vakgeïntegreerd creatief leerarrangement op leerlingniveau. In het arrangement en in de uitvoering is rekening gehouden met de verschillen in beginsituatie, leerstrategie(ën) en leerbehoefte(n) van leerlingen en zijn verschillende creatieve werkvormen gehanteerd.
3) Burgerschapsvorming
Je levert binnen teamverband een zichtbare innovatieve bijdrage voor de klas of gehele school. De innovatieve bijdrage richt zich op burgerschapsvorming van leerlingen in relatie tot de “sustainable development goals (SDG)”. Je toont aan hoe je een verandering teweeg kan brengen in de context van de school en de leefomgeving. Je gaat aan de slag met de maatschappelijke opdracht die geldt voor het onderwijs. Je laat zien, dat je dingen wilt weten, nieuwsgierig bent, een open houding hebt en bereid bent tot perspectiefwisseling.
|
|
Module K
Deze module gaat over passend onderwijs. Hoe bied je onderwijs aan dat aansluit bij alle leerlingen in je groep? Wat heb je hiervoor nodig? Wat vraagt dit van je als leerkracht? Hoe krijgt Passend Onderwijs vorm binnen de school? Hoe breng je de onderwijsbehoeften van kinderen in kaart? Op welke manier kun je de resultaten van kinderen analyseren? Dat zijn vragen waarop binnen deze module ingegaan wordt. Daarbij zullen theorie en praktijk afgewisseld worden om ervoor te zorgen dat de student gelijk de theorie aan de praktijk kan koppelen.
Module L
Van een toekomstig leerkracht basisonderwijs wordt verwacht dat die een nieuwsgierige, onderzoekende en innovatieve houding heeft. De leerkracht moet in staat zijn bestaande patronen te doorbreken, met een helikopterview naar de situatie kunnen kijken en zaken ter discussie kunnen stellen. Tenslotte kan er een oordeel gevormd worden waarbij er gebruik wordt gemaakt van wetenschappelijke bronnen. In deze module ga je op basis van de cyclus van praktijkonderzoek in combinatie met de cyclus voor handelingsgericht werken systematisch werken aan een verbeterplan met betrekking tot het eigen pedagogisch-didactisch handelen.
|
In de laatste fase van de opleiding neemt de praktijkcomponent substantieel toe. Je bent gedurende een langere periode werkzaam in de praktijk en ervaart zo de volle breedte van het beroep. Het leraarsvak maak je je eigen door geleidelijk meer zelfstandigheid te krijgen in de uitvoering van steeds meer taken.
Het doel is dat je aan het eind van de afstudeerfase over voldoende startbekwaamheden beschikt om te kunnen functioneren in het huidige basisonderwijs en in staat bent een bijdrage te leveren aan de vernieuwing van het basisonderwijs.
|