"Bekijk in de volgende tekst (van Wim Daniëls) wat er gebeurt met het woord alleen."

Bron: het taallab.nl (Janson, D).
Taalbeschouwing is stilstaan bij en nadenken over taal. Mensen doen dit vaak spontaan en al op jonge leeftijd. Kinderen kunnen je verbazen met vragen als 'Wie heeft als eerste het woord 'stoel' bedacht?' (Myrthe, 5 jaar) of . Zo zijn er talloze voorbeelden van verwondering over taal. Spelen met de expressieve functie van taal gebeurt veel in gedichten, in humor. Onderwerpen als figuurlijk en letterlijk taalgebruik, pragmatiek, maar ook de opbouw van zinnen en de structuur van onze taal (denk aan grammatica en ontleden) horen bij taalbeschouwing.
Een onderdeel van taalbeschouwing is taalverzorging. Hierbij gaat het om kennis over spellingsregels, interpunctie en het gebruik van hoofdletters.
De kijkwijzers van Volop taal 'woordenschat en taalbeschouwing' (zie Taal algemeen) bieden houvast bij het ontwerpen van je lessen.
Eigen vaardigheden
Om de ontwikkeling goed in beeld te hebben en om te weten hoe je taalbeschouwing goed kunt stimuleren, heb je kennis nodig die je terugvindt in de kennisbasis taal. Daarnaast heb je goed in beeld wat jouw rol als taalcompetente leerkracht inhoudt.