Als professional ontwerp je in samenspraak met collega’s op doelgerichte en creatieve wijze onderwijs. Je sluit aan bij wat er op schoolniveau is afgesproken.
Didactische modellen kunnen variëren in de mate van docentgestuurdheid: actieve of expliciete directie instructie, programmagericht, ontwikkelingsgericht of ervaringsgericht onderwijs. In het onderwijs is een verschuiving van docent- naar leerlinggestuurd onderwijs zichtbaar. In die eigentijdse didactiek staat daarom niet meer de leerstof centraal, maar het leerproces van de leerling. Dit betekent dat je als leerkracht vooral leerprocessen uitlokt, begeleidt en bewaakt. De wijze waarop kennis, vaardigheden en attitudes aan leerlingen worden aangeboden wordt instructie genoemd. Om dit proces op bijvoorbeeld een efficiënte of duurzame manier te laten plaatsvinden kunnen verschillende strategieën worden ingezet. Denk aan modelling, scaffolding en coaching. Je kunt leergesprekken voeren met kinderen en taalontwikkelend begeleiden. Differentiëren is een belangrijk onderdeel bij instructie.
Een didactische werkvorm is de kleinst mogelijke bouwsteen om een leeractiviteit te plannen en te sturen. Het is een belangrijk onderdeel van de manier waarop de professional de leersituatie vormgeeft. Door middel van didactische werkvormen streef je ernaar om die doelen te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan coöperatief/samenwerkend leren, bewegend leren, spelend leren, onderzoekend en ontwerpend leren. Daarbij is het belangrijk om te bedenken dat elke didactische keuze een pedagogische consequentie heeft. Ook kun je keuzes maken in de ICT-ondersteuning bij werkvormen.
Bij het ontwerpen van onderwijs denk je na over het niveau wat je wilt vragen aan jouw leerlingen. Hierbij kun je kijken naar de taxonomieën van o.a. Bloom en Miller. Dit geeft je tevens mogelijkheden om te differentiëren.
En tot slot denk je altijd na over het evalueren van jouw onderwijs. Hoe ga je na of de doelen bereikt zijn en jouw onderwijs effectief is geweest?