Skip to Main Content

PABO-Kennisplein

Overzicht van de leergebieden van het primair onderwijs.

Didactisch handelen

Een belangrijke opdracht van het onderwijs is om kinderen iets te leren. Daarvoor is het belangrijk dat je begrijpt hoe iemand tot leren komt en wat daaraan bijdraagt. Leertheorieën, instructiestrategieën, leerstrategieën, onderwijsconcepter, ze vliegen je overal rond de oren. Ook hier is het belangrijk dat jij als professional kennis hebt en steeds kunt onderscheiden wat relevant is voor jouw praktijk. Hoe kom je tot het ontwerpen, evalueren en verbeteren van onderwijs? 

"Leren is een proces dat iemand in staat stelt zijn gedrag duurzaam te veranderen. Leren stelt ons in staat om betekenis te geven aan de wereld om ons heen en aan onszelf."

Op deze pagina vind je verschillende thema's waarmee je jouw didactisch handelen kunt onderbouwen en versterken. Het is aan jou om je hierin te verdiepen en het te spiegelen aan jouw handelen. Wanneer een woord onderstreept is, betekent dat dit als los thema terug te vinden is. 

De inhouden op deze pagina zijn gebaseerd op de huidige kennisbasis en de vernieuwde kennisbasis die nog niet openbaar gepubliceerd is.

Leren en leertheorieën

De kern van leren is betekenis geven; dat wil zeggen het tot stand komen van betekenis of van verandering in betekenis. Je weet iets wat hij daarvoor niet wist; je beheerst een vaardigheid beter dan voordien; je bezit een overtuiging of attitude die je voor het leerproces niet in jouw gedrag tot uiting bracht of kon brengen. Door een leerproces kun je tot een duurzame gedragsverandering komen. 

Om te leren wat leren nu is, is het belangrijk dat je kennis neemt van de werking van het geheugen. Daarbij kun je je verder verdiepen in de relatie tussen taal- en begripsontwikkeling, metacognitie en executieve functies (zie pedagogisch handelen) en het verband tussen intelligentie en leren. 

Vanaf het begin van de 20e eeuw is de theorievorming over leren in een stroomversnelling gekomen. Een leertheorie probeert te verklaren hoe leren werkt. Leertheorieën zijn onderdeel geworden van de wetenschappen zoals de psychologie, biologie, filosofie en computerkunde. Hierbij kan de belangstelling variëren van formeel tot informeel leren en van praktijk- dan wel theorie georiënteerd leren. Denk aan behaviorisme, cognitivisme, handelingspsychologie en (sociaal-)constructivisme. 

Betekenisvol leren

Authentiek leren betekent dat leren plaatsvindt in relevante, praktijkgerichte en levensechte contexten. Betekenisvol leren betekent leren in samenhang waarin de leerling in staat is interdisciplinair verbindingen te leggen. Denk aan vakoverstijgend, buitenschools leren en doorlopende leerlijn. Het is belangrijk dat inhouden en opdrachten aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de leerling.

Ontwerpen van onderwijs

Als professional ontwerp je in samenspraak met collega’s op doelgerichte en creatieve wijze onderwijs. Je sluit aan bij wat er op schoolniveau is afgesproken. 

Didactische modellen kunnen variëren in de mate van docentgestuurdheid: actieve of expliciete directie instructie, programmagericht, ontwikkelingsgericht of ervaringsgericht onderwijs. In het onderwijs is een verschuiving van docent- naar leerlinggestuurd onderwijs zichtbaar. In die eigentijdse didactiek staat daarom niet meer de leerstof centraal, maar het leerproces van de leerling. Dit betekent dat je als leerkracht vooral leerprocessen uitlokt, begeleidt en bewaakt. De wijze waarop kennis, vaardigheden en attitudes aan leerlingen worden aangeboden wordt instructie genoemd. Om dit proces op bijvoorbeeld een efficiënte of duurzame manier te laten plaatsvinden kunnen verschillende strategieën worden ingezet. Denk aan modelling, scaffolding en coaching. Je kunt leergesprekken voeren met kinderen en taalontwikkelend begeleiden. Differentiëren is een belangrijk onderdeel bij instructie.

Een didactische werkvorm is de kleinst mogelijke bouwsteen om een leeractiviteit te plannen en te sturen. Het is een belangrijk onderdeel van de manier waarop de professional de leersituatie vormgeeft. Door middel van didactische werkvormen streef je ernaar om die doelen te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan coöperatief/samenwerkend leren, bewegend leren, spelend leren, onderzoekend en ontwerpend leren. Daarbij is het belangrijk om te bedenken dat elke didactische keuze een pedagogische consequentie heeft. Ook kun je keuzes maken in de ICT-ondersteuning bij werkvormen.

Bij het ontwerpen van onderwijs denk je na over het niveau wat je wilt vragen aan jouw leerlingen. Hierbij kun je kijken naar de taxonomieën van o.a. Bloom en Miller. Dit geeft je tevens mogelijkheden om te differentiëren. 

En tot slot denk je altijd na over het evalueren van jouw onderwijs. Hoe ga je na of de doelen bereikt zijn en jouw onderwijs effectief is geweest?

Jonge / oudere kind

Vanuit de ontwikkelingspsychologie (zie pedagogisch handelen) weet je dat de ontwikkeling van kinderen sterk verschilt in de verschillende leeftijdsfasen. Het is daarom belangrijk om als leerkracht hierbij aan te sluiten. Niet alleen in jouw pedagogisch handelen, maar ook zeker in jouw didactisch handelen. 

Leerstrategieën

Het leerproces is het proces waarin de leerlingen kennis, vaardigheden en attituden verwerven. Een leerstrategie is een handeling die je tijdens het leerproces inzet/gebruikt om het leren te verbeteren, zoals het oplossen van problemen en het focussen van de aandacht. Om het leerproces op gang te houden moet je beschikken over verschillende leerstrategieën en daarin keuzes kunnen maken. Daarbij helpt het om dit leren betekenisvol te maken. Aan de basis van het leren ligt de motivatie (zie pedagogisch handelen), de drive die zorgt voor volharding ten aanzien van leeractiviteiten.

Om na te gaan welke leerstrategieën je kunt inzetten, bepaal je of je te maken hebt met declaratieve, procedurele en/of metacognitieve kennis. Hierna bepaal je welke cognitieve leerstrategieën, denkvaardigheden of diepe verwerkingsstrategieën hierbij kunnen ondersteunen. Zelfregulatie is het vermogen van de lerende om op metacognitief niveau keuzes te maken en activiteiten te ondernemen om zo het eigen leerproces richting te geven. Dit sluit ook aan bij de executieve functies (zie pedagogisch handelen).

Onderwijsconcepten

Een onderwijsconcept is gebouwd op een maatschappijvisie en/of onderwijskundige visie, die bepalend zijn voor de pedagogische en didactische vormgeving in het onderwijs. Bekende onderwijsconcepten zijn Montessori, Dalton, Jenaplan en vrijeschoolonderwijs. 

Digitale geletterdheid en mediawijsheid

Meer informatie vind je in het hoofdstuk 'Digitale geletterdheid'.

Toetsen en evalueren

Als leerkracht bepaal jij hoe het leer- of ontwikkelproces gevolgd wordt. Daarbij kun je een onderscheid maken tussen summatief en formatief toetsen en evalueren. Door met concrete, richtinggevende en waarneembare doelen te werken kun je jouw onderwijs (instructie, werkvormen en toetsing) richting te geven en help je leerlingen zelf persoonlijke leerdoelen te formuleren. Toetsing heeft ook een evaluatieve functie ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijsleerproces. Als professional kies je voor geschikte toetsvormen die zowel valide, betrouwbaar als transparant zijn en het gewenste doel bereiken. 

Formatief toetsen is gericht op het in kaart brengen van leervorderingen en het analyseren, interpreteren en gebruiken van de informatie om onderbouwde beslissingen te kunnen nemen over vervolgstappen. Denk aan wisbordjes, diagnostische gesprekken en leerlingwerk bekijken.

Summatief toetsen is gericht op het opmaken van de balans en het vaststellen van wat leerlingen hebben geleerd in een bepaalde periode ten aanzien van bepaalde inhouden en leerdoelen, onder andere met het oog op selectie, plaatsing of certificering (diplomering). Denk aan methode- en niet-methodegebonden toetsen.

Formatief handelen is een middel om a) het onderwijs op de specifieke leerbehoeften van leerlingen aan te passen en b) als professional de effectiviteit van eigen instructie en onderwijs te evalueren. Deze vorm van handelen levert informatie op over de sterke en zwakke punten van jouw leerlingen zodat je hen op basis daarvan feedforward kan geven. Dit helpt om leerlingen hun leerstrategie te laten verbeteren. Zij kunnen aan de hand van een formatieve toets nagaan hoever zij nog van hun doel verwijderd zijn en wat zij moeten doen om dit te realiseren. Het is dus belangrijk om hierover na te denken in de werkvormen die je kiest en vragen die je stelt. 

Literatuur

Overige bronnen