Met de groeiende behoefte aan leerkrachten in het primair onderwijs, zijn scholen op zoek naar andere mogelijkheden om leerkrachten aan te trekken. Uit het onderzoek ‘Paden naar Leraarschap’ van het Centraal Planbureau blijkt dat zij-instroom een waardevolle bron van nieuwe leerkrachten kan zijn (CPB, 2017) waarbij het van belang is dat zij-instromers in staat worden gesteld hun onderwijsbevoegdheid te halen.
De wet spreekt van een ‘zij-instromer-in-het-beroep’ als iemand die in het bezit is van een diploma van het hoger onderwijs het zogeheten ‘zij-instroomtraject’ doorloopt. Het zij-instroomtraject maakt het mogelijk om leraar te worden zonder een reguliere lerarenopleiding te volgen. De zij-instromer volgt een passend leer-werktraject van maximaal twee jaar, dat is afgestemd op zijn eerdere opleidings- en werkervaring. Vanaf het begin van het traject staat de zij-instromer voor de groep; aanvankelijk samen met en daarna onder supervisie van een bevoegd leerkracht en uiteindelijk volledig zelfstandig voor de groep.
Het zij-instroomtraject bestaat uit drie onderdelen: een geschiktheidsonderzoek, een scholings- en begeleidingstraject en een bekwaamheidsonderzoek. Het schoolbestuur, de zij-instromer en de lerarenopleiding sluiten voor het scholings- en begeleidingstraject een tripartiete- en scholingsovereenkomst af.
Naast de scholingsovereenkomst die de zij-instromer bij aanvang van het traject heeft ontvangen wordt een begeleidingsplan opgesteld tussen de opleiding, het bevoegd gezag en de zij-instromer. Voorliggend document beschrijft de kaders van het begeleidingstraject zoals dat is vormgegeven door Pabo Avans Hogeschool. Het biedt de zij-instromer, de werkplekbegeleider en de instituutsbegeleider richtlijnen voor en handvatten bij het vormgeven van de begeleiding. Tevens staan de afspraken en richtlijnen t.a.v. de begeleiding van de zij-instromer in dit document beschreven. Aanvullingen op dit plan worden vastgelegd en ondertekend door alle partijen.