Skip to Main Content

PABO-Kennisplein

Overzicht van de leergebieden van het primair onderwijs.

Drama / dans

Kinderen bewegen en spelen van nature. Het zit in hun hele wezen en is onlosmakelijk verbonden met hun ontwikkeling. Ze leren ervan en beleven er veel plezier aan. Bij de vakken dans en drama staan spel en bewegen centraal, waarbij een beroep wordt gedaan op de verbeeldingskracht van de leerlingen. De leerlingen leren spelen in een bepaalde rol en leren zich te uiten in een fysieke kunstzinnige taal. Ze leren zich daardoor te verplaatsen in een ander (10 voor de leraar, p. 66). 

Drama sluit aan bij het spontane spel van kinderen. Onder spontaan spel verstaan we het spel waarin het kind spontaan leert over zichzelf en de wereld om hem heen. De kern van drama in het basisonderwijs is spelend leren, wat dus helemaal aansluit bij het spontane leren van kinderen. Drama sluit aan bij andere vakken en geeft ieder kind de kans om op zijn eigen manier vorm te geven aan ideeën en denkbeelden. Technische spel vaardigheden spelen een rol, maar het accent ligt op het helpen ontdekken van eigen mogelijkheden en het stimuleren van creatieve ontwikkeling van leerlingen, samen met en met respect voor medeleerlingen. 

Creatieve ontwikkeling van leerlingen is een belangrijk aspect in alles. Enerzijds staat hierin het zelf ontdekken, creëren en (zelf)evalueren centraal, anderzijds het speels onderzoeken van problemen, dilemma's en conflicten aan de hand van een onderwerp. Op deze wijze is drama zowel een leer- als een creatief proces. Het sluit aan bij de spelbehoefte van kinderen, bij hun verbeeldingskracht en bij hun behoefte om te ontdekken en te onderzoeken, te fantaseren, te creëren en vorm te geven, te ordenen en te leren beheersen. Kortom, met drama bied je een context waarin leerlingen zich authentiek als mens kunnen ontwikkelen. Je sluit aan bij de brede ontwikkeling van kinderen. Zo stimuleer je naast hun spel en taalontwikkeling ook hun sociaal emotionele en morele ontwikkeling. Verwerving van die vaardigheden is onderdeel van de dramales (Heijdanus, 2022, p. 24). 

Wat je als toekomstig leerkracht moet weten over drama en vormgeven heeft Creëer en Leer samengebracht in een kennisclip. Het vormgevingsmodel wordt ontrafeld en het praktijkvoorbeelden uitgelegd. Je herkent hier ook het vormgevingsmodel van beeldende vorming en muziek in. 

Kennisbasis & leerlijnen

Als cultuurgoed  
Leerlingen verwerven kennis, vaardigheden en technieken om door middel van dans en drama vorm en betekenis te creëren. Ze ontwikkelen eigen vaardigheden als danser en speler, leren hierop te reflecteren en kunnen dit relateren aan professionele kunstvormen. Ook krijgen ze inzicht in de maatschappelijke betekenis van dans en drama en ontdekken ze hoe dans en drama een verbindende rol kan spelen in de maatschappij. 

Als didactisch middel  
Dans en drama worden ingezet als didactisch middel bij andere vakken, omdat ze bijdragen aan de verwerving van de leerstof. 

Als pedagogisch middel  
Dans en drama doen een beroep op het creatieve, probleemoplossende vermogen door het stimuleren van analytisch en kritisch denken. Het werken met dans en drama draagt bij aan de sociale, morele en intellectuele ontwikkeling van leerlingen (Heijdanus, 2014). 

ONDERBOUW

Het stadium van 0 tot 6 jaar, waarin kinderen associatief zijn nog geen duidelijk onderscheid zien tussen spel/fantasie en werkelijkheid. Hun spel is vaak spontaan en nabootsend. Bij dans ligt het accent op het spontane dansen. Bij drama ligt het accent meer op het fysieke spel dan op het talige spel.

MIDDENBOUW

Het stadium van 6 tot 9 jaar, waarin leerlingen zich meer bewust worden van dans als communicatie en uitdrukkingsmiddel. Ze gaan meer bewust onderzoeken en experimenteren met bewegen. Ze willen ook graag een concrete dans leren en vinden het leuk om die aan elkaar te laten zien. Bij drama spelen ze situaties na uit hun dagelijkse werkelijkheid maar ook uit die van de grotere wereld om hen heen. De nadruk ligt nog op fysiek spel, maar er kunnen meer talige opdrachten bijkomen. 

BOVENBOUW

Het stadium van 10 tot 15 jaar, waarin leerlingen zelfstandig kunnen werken en een eigen inbreng willen hebben in de les. Ze leren danspassen, maken choreografieën en voeren deze uit. Leerlingen zijn in deze periode vaak wat onzeker over zichzelf, hun lichaam en ideeën. Het taalbegrip en begrijpend lezen zijn op een niveau dat ze een vaste (toneel)tekst kunnen spelen en zelf (speel)teksten kunnen schrijven. Leerlingen hebben met name behoefte aan een podium voor hun persoonlijke ideeën. Ze spelen en dansen graag voor publiek. 

Lesmaterialen

Wanneer je student bent aan Avans, kun je kosteloos gebruik maken van de site Creëer en Leer. Deze bevat lessen beeldende vorming, muziek en drama voor alle groepen van de basisschool. Met activiteiten voor de gevorderde én de beginnende leerkracht. De site sluit aan bij het boek Kijk op Spel van Holger de Nooij. 
Elke les bevat korte informatieve filmpjes voor leerling en leerkracht. Bovendien biedt Creëer en Leer als enige methode de mogelijkheid om onderdelen van een les te verwisselen. Daardoor heb je oneindig veel lesmogelijkheden tot je beschikking en kun je elke les passend maken voor je eigen klas. 

LITERATUUR